Pen

Het is vanochtend fantastisch weer. Ik loop mijn ruime werkkamer in en werp een blik door het verdiepingshoge raam dat een panoramisch uitzicht geeft over het park dat vlak achter mijn huis ligt. Dan ga ik in mijn lichtverende bureaustoel zitten en overzie het tafelblad. Alleen het hoognodige ligt er op. Enkele gelinieerde schrijfblokken, een bakje met pennen en potloden, de afstandbediening voor de CD-wisselaar, woordenboek binnen handbereik, nog wat reservepapier.
Ik rommel wat door het pennenbakje. Waar is mijn pen. Waar is mijn helemaal-naar-mijn-hand-gesleten-lievelingspen. Ik laat me tegen de rugleuning aan vallen. Op de rommelzolder laten liggen, uiteraard.

Even sta ik met mijn pen in mijn hand naar de versleten fauteuil in de hoek van de zolder te kijken. Ik schuif het gordijn voor het raampje open voor iets meer licht. Onder me ligt het park dat vlak achter mijn huis ligt. Ik neem plaats in de armstoel en sla mijn schrijfblok open.


Deze tekst is geschreven in het kader van de Januari Schrijfmaand, een korte schrijfcursus op Schrijven Online.
Zie hier de opdracht en de reacties.