Sally

Hij is net klaar met zijn ontbijt als Sally binnen komt. Ze heeft een tak bij zich.
“Zo, meisje. Wat heb je daar?”
Sally neemt wel vaker een tak mee naar binnen. Soms zelfs takken die zo lang zijn dat ze niet door de deuropening passen. In het begin zat ze dan een tijdje verwonderd te kijken, probeerde ze nogmaals de deur door te lopen om daarbij met de uiteinden van de tak tegen de deurposten te stoten en hem vervolgens steeds luider jankend aan te kijken. Zit niet zo te lachen. Help me dan. Deze stok heb ik speciaal voor jou meegebracht, is dat niet duidelijk genoeg?
Haar vertoning heeft hem de keren daarna nog vaak aan het lachen gekregen. Misschien heeft ze daarom het stukje nog zo lang opgevoerd. Maar zelfs de leukste grap wordt saai als je hem te vaak vertelt. Dus houdt ze tegenwoordig haar kop schuin als ze met een tak het huis binnen komt lopen, ook als de tak kort genoeg is.

De open deur laat de wind binnen. De dagen beginnen alweer korter te worden en de kachel moet elke avond vroeger aan.
“Heb je een plek gevonden waar stookhout ligt? Ik ga meteen met je mee.”
Hij staat op en loopt langs haar naar de buitendeur. Sally blijft bij de tak die ze op de vloer heeft laten vallen zitten. Met haar tong uit haar bek kijkt ze hem vragend na. Waar ga je naar toe? De stok ligt hier, hoor. Wil je niet dat ik ‘m apporteer? Als jij ‘m weggooit, dan ga ik ‘m voor je terughalen.
“Wat is er, meisje? Ga je niet mee? In mijn eentje kan ik die stookvoorraad niet vinden, hoor.”
Hij kijkt nog eens naar buiten. Hmm. Het valt te betwijfelen of het vanochtend droog zal blijven. Ondanks de opgestoken wind is het nog helder, maar de wolken in de verte beloven niet veel goeds.
“Je hebt helemaal gelijk. Vergeet ik bijna mijn jas mee te nemen.”

Sally loopt met de tak een eindje voor hem uit. Hij hoeft haar alleen maar te volgen. Af en toe laat ze de tak uit haar bek vallen en blijft ze wachten tot hij haar gepasseerd is. Dan pakt ze de tak weer op om opnieuw een eindje voor hem uit te gaan lopen. Hij heeft zijn jas dicht gedaan. De wind is in kracht toegenomen en de wolken zijn dichterbij gekomen.
“Is het nog ver, meisje?”
Ze zijn al tot bij de schuilhut gekomen, een klein gebouwtje speciaal voor wandelaars die onderweg worden overvallen door een regenbui. Er is aan de hemel ondertussen geen stukje blauw meer te zien, maar regenen doet het nog niet. Toch houdt Sally halt bij de hut. Ze heeft de tak weer op de grond gelegd en zit met haar neus in de lucht. Ze beweegt haar kop alsof ze een vlieg volgt en ze lijkt de lucht om haar heen op te snuiven. Dan vliegt ze opeens de struiken in.
“Niet zo snel, meissie. Zo kan ik je toch niet volgen.”
Hij zet onzeker een paar passen in de richting van de begroeiing waarin ze verdwenen is. Boven het gefluit van de wind uit klinkt achter hem een geraas waar hij zich het apelazarus van schrikt. Met het gevoel dat zijn hart zijn keel in is gesprongen draait hij zich om. Op de plek waar hij daarnet nog stond ligt nu een paar meter golfplaat. Als hij via de raamsparing de schuilhut in kijkt kan hij door het dak heen de grijze lucht zien. De golfplaat is van het gebouwtje af komen zeilen. Als Sally hem niet gewaarschuwd had … nou ja, als zij hem niet op tijd gewaarschuwd had dat één van de dakplaten los lag, dan had ze altijd nog hulp kunnen gaan halen. Sally komt ondertussen ook weer de struiken uit galopperen. Ik heb dat stuk konijn net niet kunnen vangen, zeg. Dat stomme beest is opeens in een gat in de grond gedoken waar ik het met geen mogelijkheid meer uit krijg. Ha, je bent er ook nog.
De hond is tegen hem op gesprongen en is als een bezetene zijn gezicht beginnen te likken.
“Haha! Ik ben ook blij je weer te zien, meisje. Je bent fantastisch! Het had niet veel gescheeld of ik was onder die dakplaat terecht gekomen. Maar gelukkig heb ik zo’n slimme hond als jij.”
Ik ben ook blij met zo’n baasje als jij, al zou je wel wat meer werk kunnen maken van je hygiëne. Ik verwacht nu niet dat je je net als een kat na elke maaltijd gaat wassen, maar er zit nog pindakaas van je ontbijt aan je mondhoeken en het is zonde om dat te laten zitten.