Topkok

‘…, drie, vier, vijf …’
Het is bij tweeën en we kijken met vermoeide blikken hoe onze chef-kok de besteklade doorneemt.
‘Er mist een mes.’ Onze chef draait zich met een verwijtende blik om. ‘Er ligt een mes niet op zijn plek. Niemand gaat naar huis voordat de hele keuken op orde is.’
Zuchtend gaan we op zoek naar het stuk gereedschap. Het is de schuld van al die kookprogramma’s. Opeens vond onze chef dat peterselie en roomboter écht niet meer konden. Alles moest beter, exclusiever. We verwerken nu ingrediënten in onze lunches die we niet eens kunnen uitspreken, laat staan dat onze klanten ze proeven.
‘Koken is kunst,’ loopt hij de hele dag door de keuken te roepen. ‘Routine is de doodsteek voor je creaties. Steek je gevoel er in.’
Elke avond, als alle klanten hebben afgerekend en de fornuizen en ovens schoongeboend zijn, doet hij zijn controleronde. De keuken, zijn keuken, moet tip top in orde zijn voor de volgende werkdag. Hoe laat het ook geworden is.
Ik rommel voor de derde keer door de onderste lade en hoop ondertussen dat het mes op zal duiken waar onze chef het zelf nooit gevonden zou kunnen hebben.
In zijn rug.


Dit artikel verscheen ook op HeelNederlandSchrijft.nl.