Zwart maakt slank

“Zullen we hier even binnen kijken?”
Overbodige vraag eigenlijk. Het winkeltje waar ik naar wijs is een snoepzaak en hij had het waarschijnlijk al eerder in de gaten dan ik. Eten is zijn werk en niet alleen dat. Het is ook zijn hobby, zijn passie en wat hem betreft ook het doel van het leven. Hij duwt met zijn worstvingertjes de deur open.

Hij spreekt de taal van hier nog niet al te best, maar met handen en voeten weten we ons aan elkaar verstaanbaar te maken. De paar dagen dat hij bij me logeert kunnen we ons daarmee redden. We hebben hem jarenlang niet gezien, maar nu moet mijn achterneef voor zijn werk hier in de buurt zijn en combineert hij dit met achterstallig familiebezoek. De komende dagen ben ik aan de beurt. Ik had meteen in de gaten dat hij een goede smaak heeft en omdat ik mijn kookkunst in zijn nabijheid nog niet helemaal vertrouw heb ik voorgesteld de eerste dag in de stad te gaan eten. Ik ken een restaurantje dat hem zeker zal bevallen.

In het snoepwinkeltje ben ik hem even kwijt, maar ik vind hem al snel terug bij de schepbakken met drop. Hij staat er bedenkelijk naar te kijken. Dan neemt hij één van de scheppen uit de bak, vult deze met wat dropjes en ruikt er voorzichtig aan. Hij merkt dat ik bij hem sta. Met een vragende blik wijst hij naar de dropjes in de schep. Is dit snoep? Waar hij vandaan komt kennen ze geen drop. Het is een lekkernij die niet bekend blijkt te zijn over de hele wereld, realiseer ik me. Ook ik moet toegeven dat de geur nogal afwijkt van hoe snoep gewoonlijk ruikt. Ik pak een driehoekige zak uit het zijvak van de schepbakken. Als hij de banden met zijn familie wil aanhalen dan kan het geen kwaad ook wat van de plaatselijke eetgewoonten te leren kennen. Ik houd de zak voor hem open. Welke wil je eens proberen?

Bedachtzaam kauwt hij op één van de dropjes. Op mijn vraag of hij het lekker vindt heeft hij nog niet geantwoord. Zijn gezichtsuitdrukking wijst in elk geval niet in die richting. Hij lijkt moeite met de smaak te hebben en ik denk dat hij het goedje het liefst uit zou willen spugen. Maar dat doet hij liever niet in een volle winkelstraat. En bovendien is het voedsel en hij is wel de laatste die eten zomaar zal weggooien.
Als hij het dropje op heeft haal ik de rest van de drop tevoorschijn. Misschien dat een andere soort hem beter bevalt. Hij slaat tegen zijn gewoonte in het aanbod af. Hij geeft aan dat hij het vreemd vindt dat dit spul in een snoepwinkel te koop is. Dit is toch niet lekker? Het is veel te sterk! Het doet hem eerder denken aan een medicijn, aan zo’n pilletje zonder suikerlaagje. Ik leg uit dat drop hier ook in drogisterijen te koop is en dat het helpt tegen een zere keel. Maar ondanks die wetenschap is het nieuw ontdekte snoepgoed voor hem geen succes. Ik mag de zak zelf houden.

Ik kijk op van het menu en merk dat zijn kaart nog voor hem op tafel ligt. Hij zit afwezig naar de voorkant te kijken en maakt geen aanstalten het menu open te slaan. Ik vraag wat er aan scheelt. De bedenkelijke uitdrukking is na het proeven van de drop nog niet van zijn gezicht verdwenen. Hij heeft wat last van zijn maag. Niet heel erg, maar hij besluit niets van de menukaart te nemen. Hij houdt het vanmiddag bij een glas water.

Tijdens het ontbijt op de laatste dag vraagt hij of ik de zak drop nog heb. Jazeker, mijn eigen voorraad is nog niet op, dus ligt de complete zak nog in de voorraadkast. Zou hij deze op zijn verdere reis mee mogen nemen? Ik kijk hem verbaasd aan. Hij moet toch niets van dat spul hebben? Hij vindt drop inderdaad nog steeds niet lekker, maar hij heeft gemerkt dat het spul een bepaalde uitwerking op hem heeft. Het eten van één zo’n zwart ding ontneemt hem voor een hele middag de eetlust. En dat is ‘s avonds terug te zien op de weegschaal, want normaal heeft hij de hele dag trek. Omdat hij voor zijn werk ook al met eten bezig is heeft hij al verschillende diëten uitgeprobeerd, zonder al te veel succes. Maar dit zogenaamde snoepgoed gaf meteen in het begin al veelbelovende resultaten.
Door drop met een medicijn te vergelijken zat hij er niet heel ver naast.