Van manuscript naar boek – De kaft

En toen was het december en kwam alles in een stroomversnelling terecht.

Uitgeverij Zilverbron meldde me eind november dat ze bezig waren met de voorjaarsaanbieding die naar de boekhandels zouden worden gestuurd. Mijn debuut kon in deze folders nog meegenomen worden, dus werd het tijd om ons bezig te gaan houden met het ontwerp van de kaft.

Oorspronkelijk coveridee

Tijdens het schrijven van mijn manuscript had ik hier al een idee voor opgedaan. In één van de scenes zit een hoofdpersoon in de sneeuw samen met een wolf die zijn kop op haar schoot heeft liggen. Het beeld van dit tweetal, pal van bovenaf gezien, sprak me wel aan: ingesloten door donkere struiken, twee silhouetten in de witte maanverlichte sneeuw die in een onnatuurlijk rond patroon bloedrood was gekleurd. Door het gezichtspunt van bovenaf zag het plaatje er bovendien tweedimensionaal uit, wat een mooie referentie was naar de werktitel “2D” van mijn boek.

Het tweedimensionale concept sprak de uitgever echter minder aan. Volgens de redactrice miste door de vlakheid het ontwerp aan kracht. De afbeelding werd er te onduidelijk door. Potentiële kopers kijken maar heel kort naar een boek, dus moet een kaft meteen aanspreken. In plaats van het wat abstracte 2D-concept wilden zij liever iets met een wolf. Dit dier doet het goed op een voorkant, de boekkaft is meteen herkenbaar als fantasy en bovendien kwamen er voldoende wolven in mijn boek voor.

Nu wordt er in de boekenbranche veel gebruik gemaakt van stock-foto’s, zeker bij debutanten. Het is goedkoper als je zelf geen illustratie of te fotograferen enscenering hoeft te maken en je hebt vrijwel direct een praatplaatje die je aan de auteur kunt voorleggen. Ik kreeg dus wat voorbeeldplaatjes opgestuurd: een silhouet van een naar de maan huilende wolf en een close-up van een recht in de lens kijkende wolf. Ik had zoiets van, oké, een wolf is akkoord, maar omdat ik bang was dat mijn boekkaft anders te cliché zou worden, stelde ik voor om er ook een berg in te verwerken. We hadden immers de werktitel “2D” ondertussen omgezet naar het meer fantasy-achtige “De Bergbouwers van Metis Bidenk”.

Bron: shutterstock.com

Al snel ontving ik een enthousiast mailtje van de redactrice. ‘Kijk eens wat ik gevonden heb,’ schreef ze. Ze had warempel een stock-illustratie gevonden van een triomfantelijk huilende wolf bovenop een berg, belicht door een Bijbels aandoende straal uit de hemel. Opgelucht stelde ik vast dat het de goede kant op ging, al had ik nog wel een paar opmerkingen. De aura van opvliegende vogels klopte niet met de strekking van mijn manuscript en ook de grootte van de boomstronken die uit de bergtop staken waren niet juist. ‘Geen probleem,’ mailde ze terug. ‘Die vogels kunnen we vervangen door omhoog spattende stenen en ook met die boomstammen weten we wel raad.’ En toen ik opmerkte dat de wolf me deed denken aan een kraaiende haan en we op het idee kwamen om het dier in plaats van naar een volle maan naar een opkomende zon te laten blaffen, was ook een mooie verwijzing naar de explosieve geboorte van de berg in de afbeelding verwerkt.

Het had wat heen en weer gemail gekost, maar ik stelde tevreden vast dat het kaftontwerp voldoende cliché was gebleven om een herkenbare en krachtige cover te vormen, maar hier ook genoeg van af week om mijn boek een unieke en persoonlijke voorkant te geven.