Zo vader

Het was een Harley Davidson Liberty. Onder de tl-balken blonk de carosserie als nieuw. Haar man maakte niet alleen van elke poetsbeurt veel werk, hij zorgde er ook altijd voor dat alles van de koeling tot en met de aandrijving perfect was afgesteld. Mocht hij eens een ritje willen maken, dan zou de Harley als een zonnetje rijden.
Mocht.
Sinds dat ongeluk kwam er van motor rijden helaas niets meer, dus was hij gedoemd al zijn tijd met zijn geliefde Harley door te brengen in de werkplaats.

Vanaf deze plek in de woonkamer kon ze de motor al zien staan, zeker nu de deur naar de werkplaats open stond. Haar dochtertje stond op een eerbiedige afstand de motor te bekijken. Altijd als ze haar kwijt was hoefde ze maak een blik in de garage te werpen. Haar poppenwagen stond bij de deur en ze had beer eruit gehaald.

Shirley was hun enige kind. En dat zou ze ook blijven, want door dat ongeluk zat ook een verdere gezinsuitbreiding er niet meer in.
Hij vond het nog het ergste dat zijn Harley nu in de garage weg stond te roesten. Had hij een zoon gehad, dan had hij hem maar wat graag zijn motor kado gedaan.

Shirley merkte dat ze achter haar was komen staan. Lachend draaide ze haar hoofd naar haar om. Toen wees ze naar het motorblok.
‘Carburateur,’ bauwelde ze.
Met een trotse glimlach streelde ze de haren van haar dochtertje.


Deze tekst is geschreven in het kader van de Januari Schrijfmaand, een korte schrijfcursus op Schrijven Online.
Zie hier de opdracht en de reacties.