Schoon

Ze hield haar vingers met de toppen voor zich omhoog. Kleine bloeddruppeltjes baanden zich langzaam een weg naar buiten. Wel, dat verklaarde in elk geval waarom het wasgoed dat ze in haar achtertuin aan het ophangen was opeens vol met rode vlekjes zat. Ze haalde een paar keer geconcentreerd adem om het lichte gevoel uit haar hoofd te krijgen. Dat ze zonder het te merken één van haar vingers ergens aan had opengehaald, dat kon ze zich nog wel voorstellen. Maar dat ze zich daarbij aan bijna al haar vingers had geprikt, sommige zelfs op meerdere plekken, dat kon gewoon niet.

Ze liep terug het huis in en duwde met de muis van haar hand de deur naar de badkamer open. Ook bij het openen van de kraan probeerde ze haar vingers niet te gebruiken. Ze had al genoeg vlekken gemaakt. Terwijl ze haar handen afdroogde knielde ze voor de open deur van de wasmachine. Toen ze het wasgoed eruit haalde had ze al het idee dat de kledingstukken zich anders bewogen. Net als de andere keren had ze in één keer een groot deel van de was in de mand kunnen laten vallen door aan één broekspijp te trekken. Maar het had geleken alsof het wasgoed dit keer nog meer aan elkaar vast hing dan normaal. Ook toen ze de kleding op het rek aan het hangen was had ze het idee dat de stof ruwer aanvoelde. Toen ze haar vingers over een nachthemd had laten glijden had dat een vreemd trekkend gevoel in haar vingertoppen gegeven. Ze tuurde naar het geperforeerde interieur van de trommel, maar wist niet goed waar ze eigenlijk naar zocht.
Boven op de wasmachine stond een pak wasmiddel. Ze had deze keer eens een ander merk gekocht, eigenlijk alleen maar omdat het in de aanbieding was. Dat had ze misschien niet moeten doen. Het maakte de was eerder ruwer dan zachter, in elk geval haar wasgoed. Zou het wat minder worden als het wasgoed opgedroogd was? Misschien dat een goede strijkbeurt haar kleren weer zacht zouden maken. Ze hing de handdoek op en constateerde opgelucht dat ze daar geen donkere vlekjes op had achtergelaten. De rest van de was moest ook nog opgehangen worden en ze besloot dat heel voorzichtig te doen.

Het was mooi weer, maar nog wel wat fris. Ze liet haar vingers over haar blote onderarm glijden. Door de rechtstaande haartjes voelde haar vel ruw aan. Zou het wasmiddel haar kleding kippenvel hebben gegeven?
Ze tilde de lege wasmand op en droeg het naar binnen. Toen ze over de drempel stapte bedacht ze opeens dat het mandje met wasknijpers nog buiten onder het wasrek stond. Dus draaide ze zich midden in een stap om, stootte tegen de drempel en lag vervolgens languit op de stoeptegels. Ze zag het opengewerkte bolletje dat aan haar halskettinkje hing over de stenen stuiteren. Het kettinkje had al geen al te beste sluiting en moest door de val losgeraakt zijn. Het rolde naar het afvoerputje dat zich aan de rand van het grasveld bevond. Ze was een ogenblik te beduusd om het sieraad tegen te houden, maar ze besefte wel voordat het het putje had bereikt dat ze zo meteen het kettinkje uit de smerige afvoer zou moeten gaan vissen. De was zat vol met vlekken en nu zaten haar broek en shirt ook nog onder het mos dat op de stoep groeide. Ze kon net zo goed meteen een nieuwe was draaien.
Maar wacht, misschien zat het haar vandaag toch niet helemaal tegen. Het bolletje was afgeweken van de richting waarin het rolde en was naast het mandje met de wasknijpers tot stilstand gekomen. Ze stond op, klopte eerst het ergste zand van haar broek en borst en pakte toen haar kettinkje op. Zo te zien had het opengewerkte bolletje alleen wat zand gehapt en verder geen krasjes opgelopen. Wel hing het een beetje schuin. Maar dat kwam niet doordat het oogje waarmee het aan het halssnoer hing beschadigd was. Het kettinkje dat ze tussen duim en wijsvinger hield hing in zijn geheel schuin. Ze verzette een paar passen, maar de hanger bleef naar het rek met de drogende was wijzen.

Een half uur later zat ze nog steeds beduusd voor zich uit te kijken op het stoepje in haar achtertuin. Om haar heen lag een bontje verzameling spulletjes. Stukjes zilverpapier, andere kleine kettinkjes, koelkastmagneetjes, een vergrootglas, stukjes versnipperd papier. De uitkomst van haar onderzoek was duidelijk. Al haar wasgoed was tijdens de wasbeurt magnetisch geworden. Alle vezeltjes stonden recht omhoog, stijf als een hanenkam.

 
Gewoon wassen is er tegenwoordig niet meer bij. Als extraatje wordt er van alles bij je wasmiddel gegooid. Parfum, plantenextracten, vitamines, aloë vera, ginseng, zelfs glittertjes als je niet oppast.
Nu zijn ze weer op het idee gekomen visextract toe te voegen. Wassen – water – vis, de link is duidelijk. Inktvis voor de zwarte was, ballonvis voor extra volume. Aan sidderaal hadden ze in eerste instantie nog niet gedacht, maar een partij van deze vissoort was deze week in de aanbieding.